Inloggen
  • Ingangsdatum: 04-11-2021

Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen

Klik hier voor de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen.

Wijzigingen per 3 november 2021

In paragraaf 3.4 worden voor artikel 3.10 de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 3.8 Bezoekverbod vogelverblijfplaatsen

  1. Het is bezoekers verboden een vogelverblijfplaats of een niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaats afgescheiden woonruimte of een ander deel van een inrichting te betreden.
  2. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan een vogelverblijfplaats te betreden, indien:
    1. het bezoek noodzakelijk is voor de volksgezondheid, de diergezondheid, het dierenwelzijn of de gezondheid van in de stal aanwezige personen;
    2. wanneer de vogelverblijfplaats onderdeel is van een inrichting met commercieel gehouden vogels, het bezoek plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol; en
    3. de bezoeker het bezoek registreert.
  3. In afwijking van het tweede lid zijn de onderdelen b en c van dat lid niet van toepassing, indien een acute noodsituatie zich tegen toepassing van die onderdelen verzet.
  4. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan een vogelverblijfplaats te betreden, indien:
    1. de bezoeker onderdeel uitmaakt van het personeel van de inrichting waarvan de vogelverblijfplaats onderdeel uitmaakt;
    2. wanneer de vogelverblijfplaats onderdeel is van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, het bezoek plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol; en
    3. de bezoeker in de 72 uren voorafgaand aan het bezoek geen andere inrichting met commercieel gehouden vogels heeft bezocht.
  5. Het is een exploitant van vogels verboden om een bezoeker toe te laten tot de in het eerste lid bedoelde ruimtes.
  6. Het vijfde lid is niet van toepassing indien het bezoek op grond van het tweede, derde of vierde lid is toegestaan.
  7. Het eerste tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het vervoermiddel van een bezoeker.

Artikel 3.9 Afwijking bezoekverbod dierentuinen

In afwijking van artikel 3.8 is het toegestaan een vogelverblijfplaats van een dierentuin waar risicovogels aanwezig zijn of gewoonlijk worden gehouden te betreden, indien:

  1. risicovogels aanwezig zijn of gewoonlijk worden gehouden in een overkapte doorloopvolière; en
  2. de dierentuin is erkend als geconsigneerde inrichting op grond van artikel 95 van verordening (EU) nr. 2016/429.

Artikel 3.10, eerste lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

  1. Onverminderd artikel 3.8 is het bezoekers verboden een inrichting te betreden waar vogels commercieel worden gehouden.

Wijzigingen per 28 januari 2022

A.

In artikel 3.2., eerste lid, wordt het volende onderdeel in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

eendagskuiken: kip die nog geen 72 uur oud is;.

B.

Aan artikel 3.14 wordt het volgende lid toegevoegd:

4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van eendagskuikens indien het vervoer geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.

Wijzigingen per 15 april 2022

De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 3.13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.14 Vervoersverbod risicovogels Gelderse Vallei

  1. Het is verboden risicovogels te vervoeren in de regio’s, beschreven in bijlage 2.
  2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:
  3. de vogels rechtstreeks worden vervoerd naar een slachthuis om te worden geslacht;
  4. het vervoer geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol; en
  5. een verklaring die minder dan 24 uur oud is, van een dierenarts dat uit een klinische inspectie van de desbetreffende dieren niet is gebleken dat zij verschijnselen van aviaire influenza vertonen.

B

Bijlage 2 komt te luiden:

Bijlage 2. als bedoeld in artikel 3.14, eerste lid

Regio’s waar vervoer van risicovogels verboden is:

Regio 10

  1. Vanaf de kruising van de A27 en de A1 (Knooppunt Eemnes), de A1 volgend in oostelijke richting tot aan de Kruising A1 met de rivier de IJssel bij Deventer (vlakbij de afslag 23 Deventer).
  2. De rivier de IJssel volgend in zuidelijke richting tot aan de kruising van de rivier de IJssel en de rivier de Rijn.
  3. De rivier de Rijn volgend in westelijke richting, overgaand in de rivier de Nederrijn tot aan het Amsterdam Rijn Kanaal.
  4. Het Amsterdam Rijn Kanaal volgend in noordwestelijke richting tot aan de Afslag 29 Houten van de A27.
  5. Vanaf Afslag 29 Houten de A27 volgend in noordelijke richting tot aan de A1 Knooppunt Eemnes

Wijzigingen per 20 april 2022

De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:

In bijlage 2 van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt voor de beschrijving van Regio 10 ingevoegd:

Regio 7
1. Vanaf de kruising van de A27 met het Eemmeer, het Eemmeer volgend in oostelijke richting overgaand in de Nijkerkernauw, overgaand in de Nuldernauw, overgaand in de Wolderwijd, overgaand in het Veluwemeer, overgaand in het Drontermeer overgaand in het Vossemeer tot aan de rivier de IJssel
2. De rivier de IJssel volgend in zuidelijke richting tot aan de Kruising A1 met de rivier de IJssel bij Deventer (vlakbij de afslag 23 Deventer)
3. De A1 volgend in westelijke richting tot aan de kruising van de A1 met de A27, bij
Knooppunt Eemnes.

Wijzigingen per 21 april 2022

Art 3.14 komt per 21.4.22 als volgt te luiden:

Artikel 3.14 Vervoersverbod risicovogels Gelderse Vallei
1. Het is verboden risicovogels te vervoeren in de regio’s, beschreven in bijlage 2.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer door de regio, bedoeld
in het eerste lid, indien:
a. het vervoer wordt uitgevoerd zonder te stoppen of te lossen;
b. het vervoer waar mogelijk via hoofdwegen of hoofdspoorwegen verloopt; en
c. de omgeving van inrichtingen waar vogels worden gehouden, wordt vermeden.
3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:
a. de vogels rechtstreeks worden vervoerd naar een slachthuis om te worden geslacht;
b. het vervoer geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol; en
c. de vogels vergezeld gaan van een verklaring die minder dan 24 uur oud is, van een dierenarts dat uit een klinische inspectie van de desbetreffende dieren niet is gebleken dat zij verschijnselen van aviaire influenza vertonen.
4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van eendagskuikens indien het vervoer geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.
5. Het derde lid, onderdelen b en c, zijn niet van toepassing op risicovogels die gehouden zijn op inrichtingen gelegen buiten de regio’s.

Wijziging per 17.05.2022

De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Bij het tweede gedachtestreepje wordt ‘van de Wet dieren’ vervangen door ‘van de wet’.
2. Het derde gedachtestreepje komt te luiden:
– artikel 2.12, derde lid, van de wet.
B
De artikelen 3.14 en 3.14a vervallen.
C
Hoofdstuk 3, paragraaf 3.6, komt te luiden:
§ 3.6. Maatregel meldingsplicht Artikel 3.14. Meldingsplicht ziekteverschijnselen aviaire influenza eenden, leghennen, vermeerderingsdieren en vleeskuikens
Als andere aangewezen ziekteverschijnselen als bedoeld in artikel 2.12, derde lid, van de wet worden aangewezen:
a. verhoogde sterfte van eenden, vanaf de zevende dag na de dag van opzet, in de  volgende gevallen:
1°. 0,15% of meer uitval per dag gedurende twee opeenvolgende dagen; of;
2°. 0,5% of meer uitval op een dag en gelijktijdig een voeropnamedaling van 5%;
b. verhoogde sterfte van leghennen, vermeerderingsdieren of vleeskuikens, wanneer die dieren ouder zijn dan tien dagen en indien het aantal dieren van de onderscheiden categorieën dat sterft gedurende twee achtereenvolgende dagen groter is dan drie maal het gemiddelde sterftecijfer van het desbetreffende koppel in de week voorafgaand aan de sterfte.
D
Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt ‘artikel 3.14, eerste lid’ vervangen door ‘artikel 3.16’.
2. ‘Regio’s waar vervoer van risicovogels verboden is:’ wordt vervangen door ‘Regio’s waar de verplichting geldt tot het zenden van kadavers van eenden aan de Gezondheidsdienst voor Dieren:’.

03.06.2022:

per 4.6.22:

De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3.16 vervalt.
B
Bijlage 2 vervalt.

Toelichting: Deze regeling voorziet in intrekking van de verplichting voor exploitanten die eenden houden om eenmaal per week kadavers van eenden aan de Gezondheidsdienst voor Dieren te zenden. Er zijn sinds de instelling van de verplichting geen uitbraken geweest op commerciële pluimveehouderijen in
de regio’s 7 en 10 (Gelderse Vallei Zuid en Gelderse Vallei Noord). Het is daarom veterinair verantwoord om de verplichting in te trekken.
De verplichting was opgenomen in artikel 3.16 van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen. De verplichting vervalt met ingang van 4 juni 2022.

Wijziging per 28.06.2022

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 juni 2022, nr. WJZ/22237675, tot wijziging van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen vanwege de gedeeltelijke intrekking van de ophokplicht voor vogels in verband met vogelgriep
Pagina 1 van 6
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 5.1, eerste lid, in samenhang met de artikelen 5.4 en 5.6 van de
Wet dieren;

Besluit:
Artikel I
De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als
volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 3.4 wordt het volgende lid toegevoegd:
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing ten aanzien van vogels die
zich bevinden in een regio als bedoeld in bijlage 2.
B
Artikel 3.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vijfde tot en met zevende lid tot zesde tot en met
achtste lid wordt na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
5. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan een vogelverblijfplaats te
betreden indien er geen risicovogels in de vogelverblijfplaats aanwezig zijn.
2. In het zevende lid wordt ‘Het vijfde lid’ vervangen door ‘Het zesde lid’ en wordt
‘tweede, derde of vierde lid’ vervangen door ‘tweede, derde, vierde of vijfde lid’.
3. In het achtste lid wordt ‘Het eerste tot en met zesde lid’ vervangen door ‘Het
eerste tot en met zevende lid’.
C
De bijlage, behorende bij deze regeling, wordt toegevoegd als bijlage 2.

Artikel II
Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt
onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.

 

per 03.11.22wijzigt De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt

Artikel I
De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3.13a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt ‘regio’s 10 en 19’ vervangen door ‘regio 19’.
2. In het eerste lid wordt ‘de regio’s’ vervangen door ‘de regio’.
3. In het tweede lid, aanhef, wordt ‘de regio’s’ vervangen door ‘de regio’.
4. In het vijfde lid wordt ‘de regio’s vervangen door ‘de regio’.
B
Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
Bijlage 3. Regio als bedoeld in artikel 3.13a
2. Het onderdeel met betrekking tot regio 10 vervalt.

 

Per 15.11.2022wordt de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen als volgt gewijzigd:

A
Artikel 3.13a vervalt.
B
Bijlage 3 vervalt.

Deze regeling wijzigt de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen. Deze regeling voorziet in intrekking van het vervoersverbod voor risicovogels in regio 19. Artikel 3.13a van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen bevat een verbod op het vervoeren van risicovogels in regio 19, beschreven in bijlage 3 bij de genoemde regeling. Inmiddels zijn er veertien dagen verstreken sinds de laatste uitbraak op een commercieel bedrijf in regio 19. Het wordt daarom niet langer noodzakelijk geacht de maatregel in deze regio
stand te houden. Met de onderhavige wijzigingsregeling is het verbod komen te vervallen. Deze regeling wordt op basis van artikel 5.2 van de Wet dieren bekendgemaakt op internet.

Per 16.12.22 wordt de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen als volgt gewijzigd:

Artikel I
De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.8, tweede lid, onderdeel a, wordt ‘in de stal aanwezige personen of het geven van
praktijkonderwijs’ vervangen door ‘in de stal aanwezige personen, het geven van praktijkonderwijs
of wetenschappelijk onderzoek op het gebied van volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn
of milieu, voor zover dat onderzoek niet plaatsvindt in de regio’s, genoemd in bijlage 2’.
B
De bijlage, behorende bij deze regeling, wordt toegevoegd als bijlage 2.
Artikel II
Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt onmiddellijk na haar
bekendmaking op het internet in werking.

Toelichting:
Het is bezoekers verboden een vogelverblijfplaats te betreden (artikel 3.8, eerste lid, van de
Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen). Het verbod geldt eveneens
voor niet deugdelijk fysiek van de verblijfplaats afgescheiden woonruimtes of andere delen van de
inrichting. Er gelden een aantal uitzonderingen op dit bezoekersverbod. Met de onderhavige
wijzigingsregeling is de uitzondering van artikel 3.8, tweede lid, uitgebreid. Het is nu ook mogelijk
een vogelverblijfplaats te betreden wanneer dit noodzakelijk is voor wetenschappelijk onderzoek.

 

Per 6.7.23 is de regeling gewijzigd. Klik hier voor de wijzigingen die op het volgende neer komen:

De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als
volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 3.4 wordt het volgende lid toegevoegd:
3. Het eerste en tweede lid zijn uitsluitend van toepassing ten aanzien van vogels
die zich bevinden in een regio als bedoeld in bijlage 1b.
B
De bijlage, behorende bij deze regeling, wordt na bijlage 1a toegevoegd als
bijlage 1b.

Op 5 oktober 2022 is voor heel Nederland een landelijke ophokplicht voor
commercieel gehouden vogels en een afschermplicht voor hobbymatig gehouden
risicovogels en commercieel gehouden fazanten, siervogels en loopvogels van
kracht geworden om de verspreiding van vogelgriep te voorkomen (artikel 3.4 van
de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen).
Mede naar aanleiding van de risicobeoordeling van 23 juni 2023 van de
deskundigengroep dierziekten is er aanleiding om de ophok- en afschermplicht in
Pagina 3 van 3
alle niet pluimveedichte delen van Nederland op te heffen. Een opheffing in heel
Nederland is nu niet aan de orde, omdat voor de pluimveedichte gebieden geldt
dat er kans is op het uit de hand lopen van een besmetting doordat een besmet
bedrijf een andere bedrijven kan besmetten (tussenbedrijfstransmissie). Om die
reden acht ik het met de huidige risicobeoordeling nog niet verantwoord in die
regio’s de ophok- en afschermplicht in te trekken.
De deskundigen achten de kans dat ten minste één pluimveebedrijf in Nederland
besmet zou raken met vogelgriepvirus indien de ophok- en afschermplicht wordt
ingetrokken in heel Nederland in als matig. Ze hebben hier niet gedifferentieerd in
de verschillende regio’s, gezien het vogelgriepvirus momenteel vooral circuleert
onder kokmeeuwen en zij in deze periode van het jaar in heel Nederland voor
komen. De regio’s zijn administratieve regio’s met gemakkelijk handhaafbare
grenzen (hoofdwegen, waterwegen), die tijdens uitbraken van dierziekten
gebruikt kunnen worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld om het vervoer van risicovolle
dieren en producten in Nederland binnen regio’s gecontroleerd te laten
plaatsvinden. Dit heeft destijds geleid tot een onderverdeling in regio’s. In totaal
zijn er in Nederland twintig regio’s (of “compartimenten”), beschreven in het
beleidsdraaiboek aviaire influenza 2013. De ophok- en afschermplicht zal in alle
regio’ worden opgeheven, met uitzondering van de regio’s 7, 10 en 19. Dit betreft
regio’s met een hoge pluimveedichtheid, waar er kans is op
tussenbedrijfstransmissie. Er is hiermee een goede balans tussen het risico op
verspreiding van vogelgriep en andere belangen zoals het welzijn van de
gehouden dieren en de economische belangen van de betreffende
pluimveehouders met vrije-uitloopkippen.

Per 31.8.23 is de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoonosen als volgt gewijzigd. Klik hier voor de wijziging van de regeling.

De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als
volgt gewijzigd:
A
Artikel 3.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘een vogelverblijfplaats’ vervangen door ‘een
vogelverblijfplaats die onderdeel is van een inrichting met commercieel
gehouden vogels’.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘het geven van praktijkonderwijs of
wetenschappelijk onderzoek op het gebied van volksgezondheid,
diergezondheid, dierenwelzijn of milieu, voor zover dat onderzoek niet
plaatsvindt in de regio’s, genoemd in bijlage 2’ vervangen door ‘het
geven van praktijkonderwijs of het uitvoeren van wetenschappelijk
onderzoek op het gebied van volksgezondheid, diergezondheid,
dierenwelzijn of milieu, voor zover dat onderzoek niet plaatsvindt in
de regio’s, genoemd in bijlage 2, of vanwege deelname van de
desbetreffende exploitant van (commercieel gehouden) vogels aan
een privaatrechtelijk systeem of programma ter borging van kwaliteit,
centrale antibioticaregistratie of koppelbegeleiding’.
b. In onderdeel b vervalt ‘wanneer de vogelverblijfplaats onderdeel is
van een inrichting met commercieel gehouden vogels,’.
3. In het vierde lid, onderdeel b, vervalt ‘wanneer de vogelverblijfplaats
onderdeel is van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte,’.
B
In de aanhef van artikel 3.11 wordt ‘een vogelverblijfplaats’ vervangen door ‘een
vogelverblijfplaats die onderdeel is van een inrichting met commercieel gehouden
vogels’.
C
Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:
Pagina 2 van 5
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan onderdeel a wordt ‘en’ toegevoegd.
b. In onderdeel b wordt ‘; en’ vervangen door een punt.
c. Onderdeel c vervalt.
2. Het derde en vierde lid vervallen.

TOELICHTING
Om de verspreiding van vogelgriep te voorkomen zijn er al meer dan anderhalf
jaar maatregelen van kracht. Om te bezien of deze kunnen of moeten worden
aangepast wordt de deskundigengroep dierziekten periodiek om een
risicobeoordeling gevraagd. Mede naar aanleiding van de risicobeoordeling van 20
juli 2023 is er aanleiding om de landelijke maatregelen te verlichten. In deze
risicobeoordeling hebben de deskundigen de kans op vogelgriepbesmetting van
een pluimveebedrijf in heel Nederland afgeschaald van matig naar laag, ook indien
de ophok- en afschermplicht niet van toepassing zou zijn. Nog niet eerder hebben
de deskundigen in het afgelopen anderhalf jaar een risico-inschatting van laag
gegeven.
Deze regeling wijzigt de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of
zoönosen. Met deze regeling is het verbod op het bezoeken van
vogelverblijfplaatsen beperkt tot de vogelverblijfplaatsen die onderdeel zijn van
een inrichting met commercieel gehouden vogels (pluimvee of in gevangenschap
levende vogels die worden gekweekt of gehouden met de bedoeling geld te
verdienen). Het bezoekverbod van de niet-commerciële vogelverblijfplaatsen is
daarmee ingetrokken. Daarnaast zijn met deze regeling de ophokplicht voor
commercieel gehouden vogels en een afschermplicht voor hobbymatig gehouden
risicovogels en commercieel gehouden fazanten, siervogels en loopvogels voor
regio 19 ingetrokken. Tot slot is met deze regeling de voorwaarde voor vervoer
van eenden en kalkoenen van een inrichting waar die commercieel worden
gehouden naar een slachthuis aangepast.
Bezoekersverbod
Sinds 3 november 2021 geldt er een bezoekverbod voor vogelverblijfplaatsen. Er
geldt een uitzondering op dit verbod, indien het bezoek noodzakelijk is voor de
volksgezondheid, diergezondheid, het dierenwelzijn, de gezondheid van in de stal
aanwezige personen, het geven van praktijkonderwijs of het uitvoeren van
wetenschappelijk onderzoek. Zowel de commerciële sector als de nietcommerciële sector liepen in de praktijk door dit bezoekverbod tegen problemen
aan. Zo mochten medewerkers van kwaliteitsborgingssystemen en certificerende
instanties de stal niet betreden. De niet-commerciële sector heeft de behoefte
uitgesproken om weer keurmeesters in hun stal te mogen laten komen, zodat de
kwaliteitsborging en certificering weer zouden kunnen plaatsvinden.
De nieuwe risicobeoordeling van de deskundigengroep dierziekten gaf aanleiding
tot een aanpassing van het bezoekverbod. Voor de niet-commerciële sector is het
bezoekverbod ingetrokken. Voor de commerciële sector blijft het verbod gelden,
gezien de gevolgen veel groter zijn op het moment dat er een uitbraak optreedt
bij een commercieel pluimveebedrijf dan bij een niet-commercieel
pluimveebedrijf. De mogelijkheden en voorwaarden om af te wijken van dit
verbod blijven gelden. Er is daarnaast een uitzondering op het bezoekverbod
gecreëerd voor medewerkers van kwaliteitsborgingssystemen en centrale
antibioticaregistratie en koppelbegeleiders.
Ophok- en afschermplicht
Op 6 juli 2023 is de ophokplicht voor commercieel gehouden vogels en een
afschermplicht voor hobbymatig gehouden risicovogels en commercieel gehouden
fazanten, siervogels en loopvogels in alle regio’s ingetrokken, met uitzondering
van de regio’s 7, 10 en 19.
Pagina 5 van 5
Mede naar aanleiding van de risicobeoordeling van 20 juli 2023 van de
deskundigengroep dierziekten is er aanleiding om de ophok- en afschermplicht
ook in regio 19 in te trekken. De deskundigen achten de kans dat ten minste één
pluimveebedrijf in Nederland besmet zou raken met het vogelgriepvirus laag. Het
wordt hiermee veterinair verantwoord geacht om de ophok- en afschermplicht in
regio 19 in te trekken. De kans op besmetting in de regio’s 7 en 10 is door de
deskundigen ook als laag ingeschat. In deze regio’s is de pluimveedichtheid echter
zeer hoog en zitten relatief veel vrije uitloopbedrijven.
Verklaring dierenarts bij vervoer eenden en kalkoenen naar een slachthuis
Voor het vervoer van eenden of kalkoenen naar de slacht was een klinische
inspectie door een dierenarts vereist. Deze inspectie was verplicht omdat deze
soorten relatief vaker besmet lijken te worden. Door die inspectie kan een
besmetting mogelijk eerder aan het licht komen. De deskundigengroep heeft
aangegeven dat deze inspectie in de huidige situatie niet bijdraagt aan het sneller
opsporen van een verdenking van vogelgriep bij eenden. De voorwaarde dat
eenden vergezeld gaan van een verklaring van een dierenarts is daarom
ingetrokken en besloten is om dit ook bij kalkoenen te doen.

 

wijziging per 3.11.23 (vervallen op-hokplicht laatste regio’s 7 en 10)

 

Artikel I
De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als
volgt gewijzigd:
A
In de alfabetische volgorde van artikel 3.2, eerste lid, wordt de volgende
begripsbepaling ingevoegd:
dierentuin: dierentuin als bedoeld in artikel 4.1 van het besluit houders van
dieren;.
B
Artikel 3.4 vervalt.
C
In artikel 3.8, tweede lid, onderdeel a, vervalt ‘, voor zover dat onderzoek niet
plaatsvindt in de regio’s, genoemd in bijlage 2, ’ en ‘(commercieel gehouden)’.
D
Artikel 3.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef vervalt ‘waar risicovogels aanwezig zijn of gewoonlijk worden
gehouden te betreden,’ en wordt ‘, indien:’ vervangen door ‘.’.
2. De onderdelen a en b vervallen.
E
Aan artikel 3.10 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn niet van toepassing op een dierentuin.
F
Artikel 3.11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
Pagina 2 van 4
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een dierentuin.
G
Bijlagen 1b en 2 vervallen.

 

Op 11.11.23 heeft er een AI-uitbraak op een legbedrijf te Renswoude plaatsgevonden, waardoor de ophokplicht voor de regio’s 7 en 10 er weer op zitten.

 

Wijziging per 26.03.2024 (waarmee de ophokplicht voor een groot deel van het land wordt opgeheven)

 

Artikel 3.4 komt te luiden:

Artikel 3.4 Afscherm- en ophokplicht
1. Een exploitant van commercieel gehouden vogels, met uitzondering van vogels,
behorende tot fazanten (Phasianidae), loopvogels of sierwatervogels, brengt de
vogels binnen een gebouw en houdt hen daar, en neemt zo nodig andere
passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat de vogels in contact
komen met in het wild levende dieren of hun uitwerpselen.
2. Een exploitant van gehouden vogels, behorende tot fazanten (Phasianidae),
loopvogels of sierwatervogels, die op enig moment meer dan 250 vogels houdt,
neemt passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat de vogels in
contact komen met in het wild levende dieren of hun uitwerpselen.
3. Het eerste en tweede lid zijn uitsluitend van toepassing ten aanzien van vogels
die zich bevinden in een regio als bedoeld in bijlage 1b.
B
De bijlage, behorende bij deze regeling, wordt na bijlage 1a toegevoegd als
bijlage 1b.

ARTIKEL II
Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt
onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet
in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 26 maart 2024
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL I, ONDERDELEN A EN B
Bijlage 1b. Regio’s als bedoeld in artikel 3.4, derde lid
Regio 7
1. Vanaf de kruising van de A27 met het Eemmeer, het Eemmeer volgend in
oostelijke richting overgaand in de Nijkerkernauw, overgaand in de Nuldernauw,
overgaand in de Wolderwijd, overgaand in het Veluwemeer, overgaand in het
Drontermeer overgaand in het Vossemeer tot aan de rivier de IJssel
2. De rivier de IJssel volgend in zuidelijke richting tot aan de Kruising A1 met de
rivier de IJssel bij Deventer (vlakbij de afslag 23 Deventer)
3. De A1 volgend in westelijke richting tot aan de kruising van de A1 met de A27,
bij Knooppunt Eemnes.
4. De A27 volgend in noordelijke richting tot aan de kruising van de A27 met het
Eemmeer.

Regio 10
1. Vanaf de kruising van de A27 en de A1 (Knooppunt Eemnes), de A1 volgend in
oostelijke richting tot aan de Kruising A1 met de rivier de IJssel bij Deventer
(vlakbij de afslag 23 Deventer).
2. De rivier de IJssel volgend in zuidelijke richting tot aan de kruising van de rivier
de IJssel en de rivier de Rijn.
3. De rivier de Rijn volgend in westelijke richting, overgaand in de rivier de
Nederrijn tot aan het Amsterdam Rijn Kanaal.
4. Het Amsterdam Rijn Kanaal volgend in noordwestelijke richting tot aan de
Afslag 29 Houten van de A27.
5. Vanaf Afslag 29 Houten de A27 volgend in noordelijke richting tot aan de A1
Knooppunt Eemnes.

Regio 19
1. Vanaf de Kruising van de Landgrens van België met Nederland en de A67 de
A67 volgend in noordoostelijke richting tot aan de Landgrens van Nederland met
Duitsland ter hoogte van de plaats Herungerberg.
2.De Landgrens van Nederland met Duitsland volgend in zuidelijke richting tot aan
de N68 (bij de plaats Asenray)
3.De N68 volgend in westelijke richting tot aan de Sint Wirosingel (Roermond)
4. De Sint Wirosingel volgend in noordelijke richting tot aan de N280.
5. De N280 volgend in westelijke richting tot aan de kruising van de N280 met de
rivier de Maas.
6. De rivier de Maas volgend in zuidelijke richting tot aan de Landgrens van
Nederland met België.
7. De Landgrens van Nederland met België volgend in westelijke richting tot aan
de Kruising van de Landgrens van Nederland met België met de A67.

TOELICHTING
Op 14 november 2023 is voor heel Nederland een landelijke ophokplicht voor
commercieel gehouden vogels en een afschermplicht voor hobbymatig gehouden
risicovogels van kracht geworden om de verspreiding van vogelgriep te
voorkomen (artikel 3.4 van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke
dierziekten of zoönosen).
Mede naar aanleiding van de risicobeoordeling van 7 maart 2024 van de
deskundigengroep dierziekten is er aanleiding om de ophokplicht in alle niet
pluimveedichte gebieden in te trekken. Dit zijn alle regio’s in Nederland, met
uitzondering van de regio’s 7, 10 en 19. De afschermplicht wordt in alle nietpluimveedichte gebieden ingetrokken en geldt in de pluimveedichte gebieden
alleen nog voor houders met meer dan 250 fazanten, loopvogels en
sierwatervogels. De deskundigen achten de kans dat ten minste één
pluimveebedrijf in Nederland besmet zou raken met vogelgriepvirus laag tot matig
als de ophok- en afschermplicht in heel Nederland wordt ingetrokken. Een
opheffing in heel Nederland is nu niet aan de orde, omdat het virus in de
omringende landen nog circuleert. Voor de pluimveedichte gebieden, regio’s 7, 10
en 19, is de kans op tussenbedrijfstransmissie groter. Dit betekent dat een
besmet bedrijf een ander bedrijf kan besmetten. Voor hobbybedrijven geldt dat zij
door hun lage aantallen dieren nauwelijks een rol spelen in
tussenbedrijfstransmissie.
Tegen deze achtergrond is er reden om in de niet-pluimveedichte gebieden de
ophokplicht op te heffen en de afschermplicht alleen nog in stand te houden voor
houders met meer dan 250 fazanten, loopvogels en sierwatervogels in de
pluimveedichte gebieden. Concreet betekent dit dat de ophokplicht alleen nog
geldt in de regio’s 7, 10 en 19 voor commerciële houders, met uitzondering van
vogels, behorende tot fazanten, loopvogels of sierwatervogels. Voor niet
commerciële houders geldt geen ophokplicht. Voor houders die op enig moment
meer dan 250 fazanten, loopvogels of sierwatervogels houden, blijft de
afschermplicht van toepassing in de pluimveedichte gebieden. Voor houders met
minder dan 250 fazanten, loopvogels en sierwatervogels, geldt geen
afschermplicht. Voor niet commerciële houders van risicovogels geldt geen
afschermplicht. Voor gehouden vogels buiten de drie genoemde regio’s gelden de
afschermplicht en ophokplicht niet.
Er is hiermee een goede balans tussen het risico op verspreiding van vogelgriep
en andere belangen zoals het welzijn van de gehouden dieren en de belangen van
de vrije-uitloop sector.
Aangezien deze regels zijn vastgesteld in het kader van de aanpak van
dierziektecrises, is afgezien van een adviesaanvraag aan het Adviescollege
toetsing regeldruk, en van publicatie en inwerkingtreding op een vast
verandermoment. Ook is er geen notificatie bij de Europese Commissie vereist in
het kader van richtlijn 2015/15352 en van de Dienstenrichtlijn.3
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,