Inloggen

NEPLUVI participeert in grootschalig CAMPYBRO project

Campylobacter is een darmbacterie die onder andere voorkomt bij kippen en kan leiden tot infecties bij de mens. De Nederlandse pluimveeverwerkende industrie heeft met succes verbeteringen doorgevoerd, waardoor er minder Campylobacter op pluimveevlees voorkomt. Om te komen tot een basaal lager niveau op pluimveevlees is het noodzakelijk dat kippen minder vaak besmet raken met Campylobacter. Hiervoor zijn stappen in de primaire sector nodig. NEPLUVI participeert in het grootschalige Europese project CAMPYBRO om te onderzoeken welke maatregelen in de primaire sector genomen kunnen worden om besmetting van pluimvee met Campylobacter te voorkomen.

Achtergrond
Het natuurlijke reservoir van Campylobacter is de darmflora van dieren. Dieren zelf worden niet ziek, indien ze de Campylobacter bacterie bij zich dragen. Hoewel er diverse bronnen zijn voor Campylobacter (rauwe melk, huisdieren, insecten, varkens-, en rundvlees) is pluimvee één van de belangrijkste bronnen. Dit blijkt onder andere uit verricht typeringsonderzoek naar het aantal gevonden Campylobacterbesmettingen bij de mens, afkomstig van al dan niet pluimveegerelateerde stammen.

In 2012 zijn er 214.268 humane Campylobacterbesmettingen in Europa gerapporteerd, waarmee het de meest voorkomende zoönose in de Europese Unie is. De schattingen van het daadwerkelijke aantal Campylobacterbesmettingen ligt vele malen hoger. De afgelopen jaren was er een stijgende trend zichtbaar van gerapporteerde humane Campylobacterbesmettingen. In 2012 is deze trend gebroken. Het aantal gemelde gevallen was t.o.v. 2011 met 4,3% gedaald. In Nederland vinden in vergelijking met overige Europese lidstaten weinig Campylobacterbesmettingen plaats en is het niveau op pluimveevlees laag.

Bereikte resultaten
In het verleden hebben de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) en het ministerie van VWS zogenaamde Campylobacter Convenanten gesloten, waarbij het Campylobacterniveau op kippenvlees in de slachterij succesvol is gemonitord. Hierbij is door aandacht voor en aanpassingen van het slachtproces, het niveau gereduceerd. Slachterijen hebben interventiemaatregelen doorgevoerd zoals bijv. de optimalisatie van de instellingen van onder andere de broeibakken, de plukstraat, sproeikabinetten en de koeling. Daarnaast is geïnvesteerd in nieuwe apparatuur. Nederland is mede hierdoor op Europees niveau één van de voorlopers op het gebied van beheersing van Campylobacter.
In de afgelopen periode zijn in de slachterijen onderzoeken verricht naar o.a. het effect van diverse interventiemaatregelen als het kortstondig aanvriezen van borstkappen middels lucht in een “vrieskamer” (voor de duur van ongeveer 10 minuten op -40 graden). Het bleek dat de in het onderzoek gehanteerde instellingen geen reducerende werking hadden op Campylobacter. Het blijkt lastig om door maatregelen in de slachterij verder vooruit te komen, daar het aangevoerde pluimvee vaak besmet is.

Status koppel van cruciaal belang
Koppels met een lange leefperiode en koppels die beschikking hebben tot uitloop hebben de grootste kans om Campylobacter besmet te raken. Reguliere koppels zijn het minst vaak Campylobacter positief. Toch is van de reguliere koppels gemiddeld 70% in de zomermaanden en 30% in de wintermaanden Campylobacter positief. Uit de door de slachterij genomen monsters blijkt dat Campylobacter positief aangevoerde koppels het belangrijkste risico vormen voor een ongewenste Campylobacter status van het geslacht product. Deze data bevestigt de uitkomst van diverse internationale onderzoeken; om te komen tot significant minder Campylobacterbesmettingen dienen er geen/minder Campylobacter positieve koppels aangeleverd te worden. Deze aanpak draagt niet alleen bij aan het verminderen van het Campylobacterniveau op pluimveevlees, maar ook aan de overdracht van pluimveegerelateerde Campylobacterstammen aan de mens via overige transmissieroutes zoals via het milieu of oppervlaktewater (dit vindt plaats voor zowel leg- als vleespluimvee gerelateerde stammen). Aangezien het aandeel van de overdracht van pluimveegerelateerde Campylobacterstammen naar de mens via deze “overige transmissieroutes” groter is dan via de consumptie/bereiding van pluimveevlees, is een gerichte aanpak van Campylobacterreductie in de primaire sector cruciaal. Dit zal met name in de zomer bijdragen aan een grote reductie van de Campylobacterbesmettingen bij de mens.

Reductiemaatregelen primaire sector
Het is noodzakelijk dat in de primaire sector extra handvatten beschikbaar komen om het percentage Campylobacter positieve koppels te minimaliseren. In de literatuur worden verschillende mogelijkheden voor het nemen van preventiemaatregelen in de primaire sector beschreven; bijv. goede bio-security maatregelen, toevoeging van zuren aan voer, ontwikkeling en toediening van bacteriofagen, ontwikkeling en toediening van een vaccin, optimale nuchterheid en vliegenwerende maatregelen. Het grootschalige Europese CAMPYBRO project verricht onderzoek naar het effect van bepaalde te nemen maatregelen in de primaire sector.

CAMPYBRO project
Aan het CAMPYBRO project dat is gestart in september 2013 en loopt tot en met eind 2016, waarvoor de Europese Unie voor 1,7 miljoen euro aan subsidie heeft toegezegd, doen 10 onderzoeksinstellingen en brancheorganisaties uit Frankrijk, Hongarije, Nederland en Spanje mee. Ook NEPLUVI is partner van dit Europese project.
Binnen CAMPYBRO wordt onderzoek verricht naar de toevoeging van diverse componenten aan het voer en het effect hiervan op het Campylobacterniveau bij levende kippen. In eerste instantie wordt het effect van producten als plantextracten, probiotica, prebiotica en organische zuren individueel op laboratoriumschaal onderzocht. De eerste resultaten laten zien dat bepaalde componenten een (lichte) reducerende werking hebben op het Campylobacter niveau in kippen. De vervolgstap is dat de meest potentievolle onderzochte producten met elkaar worden gecombineerd en dat het effect hiervan in het lab wordt onderzocht. Uiteindelijk worden de meest succesvolle combinaties van middelen in de praktijk bij pluimveehouders getest. Dit zal ook bij Nederlandse pluimveehouders gaan plaatsvinden. In het CAMPYBRO project wordt tevens onderzoek verricht naar het ontwikkelen en toepassen van een vaccin voor Campylobacter.

Toekomstige wetgeving
Nederlandse pluimveeslachterijen werken sinds 1 maart 2014 met een privaat Proces Hygiëne Criterium (PHC), waarbij ze het Campylobacterniveau op pluimveevlees monitoren en maatregelen nemen indien er een “overschrijding” van het criterium plaatsvindt (het pluimveevlees mag in dit geval wel uitgeleverd worden, maar aanpassingen in de aanvoer en/of slachterij moeten ertoe leiden dat het aantal overschrijdingen in de toekomst minimaliseert). Het is de verwachting dat er in Europa op termijn een wettelijk PHC wordt ingeregeld. Voordat de Europese lidstaten hieraan kunnen voldoen is het noodzakelijk dat, bijv. met behulp van het CAMPYBRO project, er extra handvatten komen om het aantal Campylobacter positieve koppels, en hiermee het niveau op pluimveevlees en besmettingen naar de mens via diverse transmissieroutes, significant te reduceren.

Mark den Hartog & Peter Vesseur

NEPLUVI