Inloggen

NVWA-retributies; een hoge kostenpost die maar door stijgt

De hoogte van de NVWA-retributies voor bedrijven. Het is een doorn in het oog van NEPLUVI dat er al erg lang zit. Laat ik beginnen met te stellen dat NEPLUVI er geen enkele moeite mee heeft dat zij moet betalen voor de dierenarts die op locatie toezicht komt houden en zeker bereid is die medewerker daar zelfs goed voor te betalen. Echter, er zit een erg groot NVWA-apparaat achter de dierenartsen en NEPLUVI is het oneens met het feit dat zij daar in disproportionele mate aan mee moet betalen. Daarnaast heeft NEPLUVI grote moeite met het (mede) moeten betalen van enkele gouden regelingen die NVWA-medewerkers hebben.

Waar hebben we het eigenlijk over qua kosten? Als een NVWA-medewerker bij een bedrijf in onze sector komt dan wordt daar een starttarief voor in rekening gebracht. Dit betreft momenteel €165,03 en is o.a. voor de reis- en administratiekosten van de medewerker. NEPLUVI snapt niet dat hier voor betaald moet worden, aangezien de processen en medewerkers veelal hetzelfde zijn en zelfs een eigen kantoor hebben op het bedrijf waar ze toezicht komen houden. Je betaald dus een starttarief voor dat ze naar hun eigen kantoor gaan?

Naast de starttarieven is er momenteel een uurtarief van €137,88. Als je dit alles bij elkaar op gaat tellen en je vraagt als bedrijf voor 8 uur per dag, 5 dagen in de week toezicht aan, dan ben je per jaar welgeteld ruim €330.000,- kwijt voor het toezicht van deze ene medewerker. Let wel, het betreft alleen het reguliere toezicht. De extra audits, controlelijsten, eventuele certificaten, etc. zitten hier niet bij. Heb je bijv. 18 uur toezicht per dag nodig, dan kunnen er tot 3 starttarieven per dag in rekening worden gebracht en zal je het in totaal niet halen met 1 miljoen euro aan kosten.

In het regeerakkoord van 2022 is opgenomen dat men naar zogenaamde “kostendekkende tarieven” wil. Het klinkt mooi, maar het betekent niets meer of minder dat het ministerie van LNV voornemens is om alle mogelijke kosten bij het bedrijfsleven in rekening te brengen. Dit zou een verdere kostenstijging van maar liefst 35% kunnen betekenen.

Het bedrijfsleven en het ministerie van LNV hebben overleggen gehad over hun voornemen, waarbij is afgesproken dat dergelijke kostenverhogingen niet zomaar doorgevoerd kunnen worden en dat dit in samenspraak bekeken moet worden met het vanuit de NVWA komen tot efficiënter en doelmatiger toezicht.

Het afgelopen jaar zijn diverse overleggen gevoerd, waarbij met name is gesproken over een nieuw kostprijsmodel maar in zijn geheel niet over efficiënter en doelmatiger toezicht. Nu lijkt het erop dat het ministerie van LNV, ondanks de gemaakte afspraak, al extra kosten wil doorberekenen zonder gesproken te hebben over het efficiënter en doelmatiger toezicht. Het bedrijfsleven heeft in vele overleggen, en begin augustus dit jaar met een eerste formele brief, naar het ministerie van LNV aangegeven dat de gemaakte afspraken niet worden nagekomen. In de brief is gevraagd om binnen 3 weken (wat op 1 sept. 2022 verliep) te reageren. Daarna zijn nog diverse andere brieven gestuurd met dezelfde strekking, waarbij de noodklok is geluid. Tot op heden is er niet gereageerd op de brieven.

Aangezien het er alle schijn van heeft dat het ministerie de kostenverhoging, al dan niet gefaseerd, wil gaan doordrukken is het bedrijfsleven niet aanwezig geweest op de consultatie van LNV over de NVWA-retributies.

Ook in de Tweede Kamer is op 28.06.2022 over dit onderwerp gedebatteerd. Gelukkig hebben diverse politieke partijen richting de minister van LNV aangegeven dat het niet zo zou mogen zijn dat je het bedrijfsleven met extra kosten opzadelt (het zuur), terwijl ergens in de aankomende jaren nog maar gekeken moet worden hoe efficiënt en doelmatig toezicht (het zoet) vorm krijgt.

Enkele voorbeelden hiervan waren:

Dhr. Van Campen:

“Waar de minister nu staat te popelen om de kostendekkendheid — ik noem het maar even “het zuur” – per 2023 in te voeren, schat hij in dat maar liefst tot 2025 nodig is om hervormingen in het tarievenstelsel — het zoet — uit te voeren. En daar is de VVD kritisch op, helemaal wanneer we lezen dat de sector zich helemaal niet zo betrokken weet bij de plannen als de minister in de Kamerbrief voordoet.”

Dhr. De Groot:

“Ik voel wel een beetje mee met de VVD: in het coalitieakkoord zitten het zoet en het zuur, en die moeten wel bij elkaar komen, ook inde tijd.”

Wat gaat de toekomst ons brengen?

Het Nederlandse bedrijfsleven doet wederom een dringend beroep op het ministerie van LNV om hun afspraken na te komen en tegemoet te komen aan de wensen van de Tweede Kamer. Wij verwachten hierbij dat de Tweede Kamerleden hierin hun controlerende rol zullen vervullen.

Hierbij wil het bedrijfsleven benadrukken dat zij bereid is om op constructieve basis de gesprekken verder te vervoeren. Maar wel met een betrouwbare overheid die haar afspraken richting de agro-sector uitvoert. Anders niet.

 

Gert-Jan Oplaat

Voorzitter NEPLUVI